Beëindigt kweekvlees het kangoeroebloedbad?

Datum gepubliceerd

Opgericht door ondernemers Tim Noakesmith en George Peppou, creëerde VOW Food het allereerste kangoeroevlees gekweekt uit stamcellen. Gelegen aan de rand van Noord-Parramatta, New South Wales, verwacht VOW dat het eerste product eind volgend jaar beschikbaar zal zijn. De start-up hoopt een grote fabriek te bouwen in West-Sydney. Een fabriek die tonnen kweekvlees zal produceren voor de Australische markt en om te exporteren. Maar Tim Noakesmith, die we in San Francisco hebben ontmoet, maakt vanaf het begin duidelijk dat zijn bedrijf niet concurreert met de traditionele veeteelt. Volgens hem slagen veel start-ups er weliswaar in om vlees te produceren van kip, rundvlees of varkensvlees, maar biedt zijn bedrijf de consument ook een grotere keuze aan smaken. Zonder dieren te doden.

VOW is gevestigd in Australië, dat brengt ons onmiddellijk bij de kangoeroes. België is wereldwijd de grootste importeur van kangoeroevlees. 

Echt waar? Ja, de jacht op kangoeroes is vreselijk. De dieren worden vaak gezien als een pest, omdat ze het graan eten dat wordt geteeld voor veevoer. Ze worden massaal bejaagd, dus niet alleen om te eindigen als steak, maar ook om hun aantallen te verkleinen.

En daarom kweken jullie kangoeroekweekvlees?

Wij waren de eerste om cellen van een niet-gedomesticeerd dier te gebruiken, de kangoeroe dus. Onze bedoeling is niet om pakweg tegen 2025 de markt te betreden met stukken kangoeroe-kweekvlees. Wel is het mijn bedoeling om iets duidelijk te maken: we hoeven ons dankzij kweekvlees helemaal niet te beperken tot wat we gewoon zijn vandaag. Runderen, varkens en kippen zijn de afgelopen duizenden jaren uitgegroeid tot de dominante vleesbron. Ons bedrijf VOW wil zowel kijken naar traditionele dieren als naar nieuwe soorten voor kweekvlees. Omwille van allerlei redenen, voor smaak maar ook de nutritionele aspecten. De manier waarop kangoeroevlees vandaag wordt bekomen, is totaal onaanvaardbaar. De oorspronkelijke bewoners van Australië aten dit vlees echter met mate, het is erg voedzaam en rijk aan ijzer. Kangoeroe-weekvlees was dus een manier om te bewijzen dat kweekvlees ook kan met anderen diersoorten.

Wat zijn volgens jou de grote uitdagingen voor kweekvlees?

Vlees komt van spieren en spieren zijn iets heel complex. Wat we eigenlijk doen is onderzoeken wat er gebeurt met spieren in het lichaam. En dat natuurlijk proces proberen we dan te laten gebeuren buiten het lichaam. Er komt echt heel veel bij kijken: hoe spieren groeien op een drager zoals een bot, wat ze daarvoor precies nodig hebben, enzovoorts. Dat maakt het ook moeilijk om als bedrijf te starten: waarmee begin je? Sommigen concentreren zich eerst op het proces van vermenigvuldiging, hoe je van enkele cellen kan komen tot genoeg cellen om mee te werken. Elke onderdeeltje hiervan moet je goed begrijpen. Je hebt dus veel kennis nodig en je moet de juiste specialisten aan boord hebben van je bedrijf. Veel kennis om kweekvlees te kunnen ontwikkelen komt uit de medische wereld. In Australië hebben we die medische expertise. Voeding vergt natuurlijk wel een heel andere benadering dan geneeskunde: je moet enorme hoeveelheden kunnen leveren aan een lage prijs. Dus ook dat is een grote uitdaging. En toch is het mogelijk: wij hebben al experimentele producten laten proeven, op basis van kweekvlees van varken en kangoeroe. Zonder daarvoor grote fortuinen nodig te hebben. Dat is de voornaamste les: het is doenbaar. Als je kijkt naar hoe we vroeger dure insuline uit varkens haalden en we nu menselijke insuline hoogkwalitatief én goedkoop kunnen maken, dat zou vroeger niemand voor mogelijk hebben gehouden.

Verwacht je dat de ‘Aussies’ zomaar zullen overschakelen op kweekvlees, vrees je niet dat traditioneel vlees teveel deel uitmaakt van de Australische identiteit?

Wij richten ons onderzoek in eerste instantie op bewerkt vlees, de hoofdmoot dus. De ‘premium’ stukken, die zijn voor later.  We hebben in elk geval al bijzonder veel positieve aandacht en reacties in Australië gekregen op ons werk.