Picanha, vindaloo en sauerbraten met kweekvlees?

Datum gepubliceerd

Voor de Nederlandse professor Mark Post in 2013 de allereerste hamburger maakte op basis van dierlijke cellen en zonder slachten, was de belangrijkste vraag: is kweekvlees mogelijk? Sinds die vraag is beantwoord en kweekvlees geen theoretisch concept meer is, borrelen nieuwe vragen op. Veel van die vragen zijn technisch van aard. Zoals wat een geschikt plantaardig medium kan zijn om de cellen te voeden, of wat het beste ontwerp is voor een bioreactor om kweekvlees te maken. De beslissende vragen gaan echter over de consument. Wie vindt kweekvlees iets positief en wie niet? Wie zou het graag eten en aan welke voorwaarden?

Het voorbije jaar werden verschillende wetenschappelijke studies gepubliceerd over de houding van consumenten over kweekvlees. Kweekvlees ligt nog niet in de winkelrekken, in de studies wordt dus gepeild naar de intenties van consumenten. Maar ze geven een interessant beeld weer over de perceptie van kweekvlees, in verschillende landen en culturen. Het valt op dat volgens elke studie wereldwijd een aanzienlijk deel van de bevolking positief oordeelt over kweekvlees en dat dierenwelzijn de belangrijkste reden is hiervoor. Bescherming van het leefmilieu staat telkens met stip op de tweede plaats. Onlogisch is dat natuurlijk niet, voor kweekvlees moeten geen dieren worden geslacht en de industriële veeteelt heeft een reusachtige ecologische voetafdruk. Het verklaart waarom flexitariërs −die bezorgd zijn maar vlees niet helemaal links laten liggen−  de categorie van consumenten is die het meest uitkijkt naar de komst van kweekvlees.

Andere robuuste resultaten over grenzen van landen en culturen heen, zijn demografisch. Het valt bijvoorbeeld op dat vrouwen gemiddeld bezorgder zijn om dierenwelzijn dan mannen, maar dat mannen positiever zijn over kweekvlees dan vrouwen. De enige uitzondering tot nog toe is China, waar vrouwen kweekvlees meer verwelkomen dan mannen. Over China later meer. Ook jonge en stedelijke mensen evalueren kweekvlees positiever dan oudere en landelijke bewoners, net zoals een hogere opleiding meestal samengaat met een enthousiastere houding ten aanzien van kweekvlees. Dergelijk onderzoek is interessant, maar we hoeven er ons niet op vast te pinnen. Kweekvlees is iets nieuw en het is dan ook logisch dat het beter scoort bij consumententypes die meer open staan voor nieuwigheden. Wat vandaag nieuw is, is het normaal van morgen. Informeren van consumenten zal immers ook een bepalende rol spelen: mensen met voorkennis over kweekvlees, staan er duidelijk positiever tegenover dan zij die er nog nooit van hebben gehoord.

Het lijkt er dus op dat kweekvlees een goede start kan maken, net in de landen met de grootste bevolking en de hoogste vleesconsumptie.

Kweekvlees in lappendeken Europa

Even interessant als de globale overeenkomsten zijn de specifieke resultaten per land en de verschillen onderling. Uit het onderzoek door IPSOS in maart 2019, in opdracht van GAIA, bleek al dat 42 procent van de Belgen positief staat tegenover kweekvlees en 43 procent neutraal. Maar er is een significant verschil tussen Vlaanderen en Wallonië: in Vlaanderen vindt 47 procent kweekvlees positief, in Wallonië gaat het over 34 procent. Het is nog gissen naar de reden hiervoor, maar in Wallonië wordt alvast giftiger gereageerd op kweekvlees door landbouworganisaties en politici en verschijnen meer misleidende boodschappen.

In april van dit jaar verscheen de eerste studie over de consumentenhouding in Duitsland. Duitsland is niet onbelangrijk: 82 miljoen inwoners die elk gemiddeld 60 kilogram vlees per jaar eten en volgens de onderzoekers zelf is er weinig perspectief op verandering daarin. De studie wijst uit dat 57 procent van de Duitse bevolking kweekvlees wil proberen en de helft daarvan zou het regelmatig willen eten. Het enthousiasme ligt dus hoger dan in België, maar lager dan in de Verenigde Staten, waar volgens een studie uitgevoerd in 2016 maar liefst 65 procent kweekvlees wil proeven. Voor ontwikkelaars van kweekvlees en organisaties die dierenleed bestrijden, zijn dit bemoedigende cijfers. De verwachting is immers dat van zodra kweekvlees beschikbaar is, de houding onder de bevolking positiever wordt.

Ook in Italië werd recent het eerste onderzoek uitgevoerd, die resultaten werden gepubliceerd in april 2019. Interessant aan Italië is niet alleen de grote bevolking, maar ook de sterke gehechtheid aan traditionele keuken in de mediterrane cultuur. Volgens dit onderzoek wil 54 procent van de Italianen kweekvlees uitproberen (en 44 procent zou het willen kopen), een vergelijkbaar resultaat als onder Duitsers. Net zoals in België zijn er regionale verschillen, waarbij in het noorden de houding positiever is dan in het zuiden. Voor Duitsland is er overigens geen geografisch verschil merkbaar, in het oosten bijvoorbeeld wordt niet anders geoordeeld over kweekvlees dan in het westen.

Hoopgevend van China tot Brazilië 

Europa en de Verenigde Staten zijn interessant om het potentieel in de westerse wereld te meten. Maar hoe is het gesteld in groeilanden, waar de honger naar vlees blijft toenemen? In augustus verleden jaar verscheen het eerste onderzoek over Brazilië, waar een heuse vleescultuur heerst. De studie heeft beperkingen, aangezien maar enkele honderden mensen werden bevraagd en dat in twee specifieke steden. Volgens dit onderzoek ligt de bereidheid om kweekvlees te eten maar liefst rond de 63 procent. De grootste zorgenkindjes onder de groeilanden zijn natuurlijk China en India. Dat China de grootste slokop van vlees is, is bekend. Het feit dat de Corona-crisis daar is gestart, toont des te meer aan dat de omgang met dieren er bijzonder problematisch is. Maar ook in India, dat vaak wordt geassocieerd met vegetarisme, neemt de vleesvraag toe. Een onderzoek gepubliceerd in februari vorig jaar legt voor het eerst het potentieel van kweekvlees bloot in de twee groeilanden. Het enthousiasme ligt bijvoorbeeld hoger in China en India dan in de Verenigde Staten. Interessant is dat de context hiervoor verschilt. Chinezen zijn meer gehecht aan vlees dan Indiërs, maar ze zijn ook nieuwsgieriger naar nieuwe voeding en vinden vooral het gezondheidsaspect belangrijk. In India zijn de ethische argumenten pro kweekvlees meer doorslaggevend om het te willen eten.

Het lijkt er dus op dat kweekvlees een goede start kan maken, net in de landen met de grootste bevolking en de hoogste vleesconsumptie. Dat is ook de bedoeling. Kweekvlees moet er zijn ter vervanging van slachtvlees, het hoeft geen vegetariërs of veganisten te verleiden.