Waarom kweekvlees niet zonder slag of stoot op uw bord zal belanden

Datum gepubliceerd

Een quizvraag voor de volgende editie van de Slimste Mens ter Wereld. Als je alle kilo’s zoogdieren op aarde bij elkaar optelt, hoeveel daarvan leven er dan in het wild? Het antwoord is: 4 procent. Alle muizen tot alle olifanten samengeteld zijn peanuts vergeleken met de massa runderen en varkens die dienen als voedsel voor de mens.

Deze duizelingwekkende vergelijking is de kern van het probleem. Het is onhoudbaar om zoveel dieren te kweken en doden. Bossen worden verwoest en broeikasgassen gaan de lucht in, voor een groot deel om vlees op ieders bord te krijgen. Om nog maar te zwijgen over de horror die miljarden dieren dagelijks hiervoor ondergaan. Geen zinnig mens wil dat dit doorgaat, toch?

Vlees vraagt dus een fundamentele oplossing. Gedurende eeuwen leek er maar één piste mogelijk: geen vlees eten. Ik geef vaak lezingen voor een veganistisch publiek en ik kom zelden mensen tegen die geloven in een vleesloze toekomst. Het ethisch besef over dieren mag dan toegenomen zijn, de wereldwijde vleesvraag neemt ook toe. Daarom is het belangrijk om het potentieel van kweekvlees, slachtvrij vlees, te erkennen. Als we geen dieren meer nodig hebben om vlees te produceren, dan hoeft het astronomische dierenleed niet meer. Hoe kan je daar niet enthousiast van worden?

Er zijn uitdagingen. Een belangrijke is het energieverbruik om vlees te ‘brouwen’ – vleesproductie wordt dan iets als bier maken. Als de nodige warmte van vervuilende brandstoffen komt, stelt zich natuurlijk een probleem. Maar dat is niet onoverkomelijk, we zweren de elektrische wagen toch ook niet af omdat elektriciteit uit steenkoolcentrales kan komen? Het energiesysteem moet hernieuwbaar worden, zo worden geen broeikasgassen meer uitgestoten. Een probleem dat je overigens nooit kan oplossen bij dieren voor vleeskweek, want runderen zullen altijd methaan uitstoten.

De knelpunten zijn oplosbaar. Het grootste struikelblok zal echter niet van technische aard zijn, maar van ideologische aard. De belangen die worden bedreigd door kweekvlees zijn groot. De conventionele vleesindustrie is er een van miljarden euro’s. De eerste tegenzet in de Verenigde Staten werd eind 2018 gedaan door de machtige National Farmers Union. Die eist van de Amerikaanse overheid dat vlees dat niet van geslachte dieren afkomstig is, nooit als ‘vlees’ mag gelabeld worden. We mogen ons de komende decennia verwachten aan moddercampagnes. Kweekvlees is onnatuurlijk! Bezoek een vleeskippenkwekerij en kijk daar hoe natuurlijk het eraan toegaat. Kweekvlees is niet lekker! Het is identiek aan geslacht vlees, eigenlijk is het gewoon ‘vlees’. Kweekvlees is gevaarlijk! Geslacht vlees zit vol met ziektekiemen waarvan je de oorsprong niet wil kennen.

De conventionele vleeslobby zal steun zoeken bij haar gezworen tegenstanders. Boeren die kleinschalig produceren, kunnen zich immers ook bedreigd voelen. Afgelopen week sprak Waalse boerenorganisatie Fugea zich uit tegen kweekvlees, omdat het een bedreiging zou vormen voor de duurzame veehouderij. Een woordvoerder van Ecolo haastte zich vervolgens om op RTBF kweekvlees als ‘une fausse bonne idée’ te omschrijven. Het is mijn overtuiging dat er altijd wel vraag zal zijn naar vlees van respectvol behandelde dieren. Maar het is onmogelijk om zonder structureel dierenleed aan de vleesvraag te voldoen. Kweekvlees zal wel de concurrentie aangaan met de bulkproducenten, bedrijven die dieren als vleesfabriekjes hanteren. Welke kant zullen de groene bewegingen dan kiezen? Die van de wetenschappers die mee naar een oplossing zoeken? Of die van hun historische tegenstanders die het milieuprobleem in stand willen houden?

Ook in de donkerrode hoek borrelen reacties. Kweekvlees, daar investeren filantropen zoals Bill Gates toch massa’s dollars in? Het grootkapitaal zal er nog maar eens wel bij varen, zo luidt de kritiek. Sergey Brin, medeoprichter van Google, heeft de allereerste experimentele kweekvleesburger in 2013 gefinancierd. Opnieuw is het onwaarschijnlijk dat enkel met kleinschaligheid een groot probleem kan worden opgelost. Maar ook hier zal men moeten kiezen: filantropen met veel geld of machtige concerns die het status quo wensen?

We weten nog niet precies wanneer, maar op een dag zal kweekvlees in de winkelrekken liggen. Of die start succesvol of moeilijk wordt, zal afhangen van welke boodschap de consument in tussentijd heeft gehoord. Organisaties met ecologische en sociale bezorgdheden zouden kweekvlees mee moeten ondersteunen. Als zij daarentegen aan de kant staan van de anti-lobby, die ze jarenlang hebben bekampt, dan wordt dat hun grootste vergissing ooit.